Situatieschets:
Op een voorrangsweg staat een wegversmalling. Auto A nadert de wegversmalling en moet tegemoetkomend verkeer voorrang verlenen. Dit wordt aangegeven middels een bord . Vlak na de wegversmalling is er een weg van rechts. Deze weg heeft haaientanden. Hier nadert auto B welke naar links wil afslaan. Wie mag er eerst de wegversmalling over?
B moet voorrang verlenen aan alle bestuurders op de kruisende weg en moet dus voorrang verlenen aan A. Dat A daar buiten nog te maken heeft met een specifieke verkeerssituatie op de betreffende voorrangsweg speelt hier verder geen rol bij.
De vraag is dan natuurlijk wel: Hoeveel meter moet er tussen de wegversmalling en de kruising liggen voordat A voorrang moet verlenen aan B? Of mag A gewoon altijd gaan tenzij B al de voorrangsweg is opgereden?
In mijn optiek liggen de 2 situaties ver genoeg van elkaar om onafhankelijk van elkaar te kunnen functioneren.
De haaientanden schrijven echter wel voor dat het verkeer op de voorrangsweg ongehinderd door moet kunnen rijden. Daarbij is het bord van de wegversmalling niet van belang. Dus even snel ervoor gooien zorgt ervoor dat je niet voldoet aan de haaientanden. Als het verkeer op de voorrangsweg ver genoeg weg is dat die niet had af hoeven te remmen als de versmalling er niet zou zijn, dan kan je gewoon oprijden en mag je bij de wegversmalling eerst. Mist de andere kant niet al bij de versmalling is aangekomen. Het bord is namelijk geen voorrangsbord, maar zegt dat je bij naderend verkeer niet mag doorrijden, zolang jij in de zijweg staat mag dat verkeer dus prima door.