harry schreef: vr 23 feb 2024, 20:50
Zijn er eigenlijk officiële namen?
De namen die bij RWS gebruikt worden zijn:
Aankondigingsbord (bij een afrit doorgaans op 1200m)
Hierop staan slechts afritnummer, primaire afritnaam en afstand tot het bewegwijzeringstechnische nulpunt.
Voorwegwijzers (bij een afrit doorgaans één op 600m)
Dit zijn borden met een pijlfiguratie. De pijlen zijn gekromd. Alle afgaande bestemmingen en wegnummers staan op het bord, en de afstand tot het bewegwijzeringstechnische nulpunt.
Bij naast de weg of boven de vluchtstrook geplaatste voorwegwijzers geeft de pijl rijrichtinginformatie op rijbaanniveau. Op borden naast de weg of boven de vluchtstrook wordt naast het wegnummer ook de eerstvolgende afritnaam genoemd. In plaats daarvan kan ook een knooppuntnaam worden getoond. Op rijstrookpanelen boven de rijstroken (doorgaans bij knooppunten geplaatst) wordt niet de eerstvolgende afritnaam getoond, maar bestemmingen die ook op de Doelenborden voorkomen.
Besliswegwijzer (doorgaans bij een afrit bij begin uitvoegstrook)
Dit zijn eveneens borden met een pijlfiguratie, waarbij de schachten van de pijlen recht zijn. De borden geven in afgaande richting dezelfde informatie als de voorwegwijzers. Een besliswegwijzer staat op het bewegwijzeringstechnische nulpunt; zijnde de plaats waar de weggebruiker uiterlijk actie moet ondernemen voor de laatste rijstrookwisseling(en). Doorgaans is dit 200-300 meter stroomopwaarts van het fysieke puntstuk dat in-car systemen aangeven, maar bij weefvakken of een opdikking van het aantal uitrijstroken naar twee kan dat nog veel verder stroomopwaarts zijn.
Doelenbord
Het doelenbord staat na de invoegstrook. Het toont het wegnummer en de netwerkdoelen en hoofddoelen die kunnen worden bereikt door dit wegnummer te blijven volgen, alsmede de afstand tot die doelen in kilometers. Wanneer men in de nabijheid komt van een knooppunt, waar men voor een (of meerdere) doel(en) een andere snelweg moet tonen en/of men de weg afslaand moet verlaten, dan worden de betreffende doelen onder een streep geplaatst, achter het betreffende wegnummer. Het doelenbord wordt niet noodzakelijkerwijs na elke toerit getoond.
Servicebord
Op een servicebord worden bij een afrit lokale bestemmingen getoond. Wat er wel of niet op mag, wordt sterk gereguleerd door het Aanduidingenbeleid dat in de Richtlijn Bewegwijzering is opgenomen. De lokale bestemmingen worden geplaatst op een wit of bruin veld (lokaal of toeristisch).
Serviceborden staan niet bij alle afritten, maar als ze er wel staan dan worden ze geplaatst waar dat het beste mogelijk is. Doorgaans zijn dat posities op 900 of 300 meter stroomopwaarts van de besliswegwijzer, maar het bord zelf toont geen afstand. Er staat alleen onder de lokale bestemmingen het afritnummer dat men moet nemen.
Routebord
Soms is het noodzakelijk om informatie over een te volgen route te geven. Dit soort borden staat vaak bij knooppunten, maar kan ook elders voorkomen. Deze borden worden zo genoemd omdat het woord "route" er vrijwel altijd in voorkomt.
bw101-bord
Voor 2005 werden bepaalde niet-weggebonden voorzieningen ook verwezen met een in tijd onbeperkt verwijzingsrecht. Als de exploitant va zo'n voorziening een document kan tonen dat dit recht bevestigt, dan worden tegenwoordig dit soort bw101-bordjes geplaatst (1x per afrit en rijrichting), ter vervanging van de oude bewegwijzering. Maar op deze wijze wordt het verwijzingsrecht wel gestand gedaan. Voorbeeld kun je vinden bij A2 afrit 26.
De term bw101 is een verwijzing naar de VNVF-bordcode.
Verzorgingsplaatsen
Bij VZP's wordt dezelfde terminologie gehanteerd. De aankondiging staat op 3 km of 1500m. Voorwegwijzers op 1200m en 600m; hierop staan de VZP-naam en pictogrammen van de vorozieningen. Besliswegwijzer op het bewegwijzeringstechnische nulpunt. Verder staat er doorgaans ook een servicebord, met daarop informatie over openingstijden en de logo's van maximaal 5 exploitanten. Welke 5 dat zijn, wordt bepaald door de CROW richtlijn en een intern RWS-kader.